Er komen in de toekomst een aantal veranderingen aan voor zzp in de zorg. Dit heeft alles te maken met de achtste voortgangsbrief van het Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid. In die brief worden de plannen over zelfstandigen en regels rondom hun werk gedeeld. In deze blog lees je meer over de voortgangsbrief. Én wat dit voor de toekomst van zzp’ers in de zorg betekent.
Achtste voortgangsbrief over werken als zelfstandige
Het aantal zzp’ers neemt snel toe, vooral in de zorg. In het derde kwartaal van 2022 waren er 34.000 méér zzp’ers in de zorg dan in 2021 (bron: CBS). Een stijging van ruim 30 procent. Volgens het ministerie zorgt dit voor meer werkdruk voor werknemers in loondienst. Het ministerie wil de balans herstellentussen zzp’ers en werknemers in loondienst. Met als doel: werken als zelfstandige toekomstbestendiger maken. Om dit te bereiken, richt het kabinet zich op drie belangrijke aspecten:
1. Het creëren van een gelijker speelveld tussen contractvormen 2. Het verduidelijken van de regels voor de beoordeling van de arbeidsrelatie 3. Het verbeteren van de handhaving met betrekking tot schijnzelfstandigheid
Blijf op de hoogte
Ontvang updates over zzp in de zorg, interessante carrièrekansen en meer.
Zzp in de zorg
Bij het invoeren van deze maatregelen zal het kabinet extra aandacht besteden aan zzp’ers in de zorg. Dit omdat het aantal zzp’ers in de zorg het hardst is gegroeid. Bovendien zijn de problemen in deze sector heel specifiek.
Er zijn steeds meer zzp’ers in de zorg door o.a.:
Behoefte aan flexibiliteit
Een hoger inkomen dat hiermee zou kunnen worden verdiend (hoewel dit niet per se het geval is, bleek uit onderzoek)
Mogelijkheid om het werk te combineren met ander werk / andere verplichtingen
Volgens het kabinet houden zzp'ers vaak niet genoeg rekening met risico’s. Denk aan inkomensuitval, ziekte of pensioen. Werkgevers geven aan dat de toename van zzp’ers zorgt voor een nog hogere werkdruk voor werknemers in loondienst. Dit komt o.a. doordat zzp’ers zich vaak vooral met hoofdtaken bezig houden. Dat zorgt ervoor dat taken als administratie bij werknemers in loondienst belanden. En deze taken worden vaak als ‘minder leuk’ beschouwd.
Het kabinet omschrijft dit als een vicieuze cirkel: steeds meer werknemers in loondienst willen ook als zzp’er werken (bron: Rijksoverheid).
Toekomst van zzp in de zorg: maatregelen uit de voortgangsbrief
1. Gelijker speelveld
Het kabinet wil verschillende maatregelen nemen om de verschillen tussen zelfstandigen en werknemers in loondienst te verkleinen. Zo wil het kabinet belastingvoordelen voor zelfstandigen geleidelijk verminderen. In het Belastingplan van 2023 is opgenomen dat de zelfstandigenaftrek wordt verlaagd van € 6.310 in 2022 naar € 900 in 2027. In de voortgangsbrief wordt ook het verkennen van verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekeringen voor zelfstandigen genoemd.
2. Verduidelijking van de regels rondom arbeidsrelaties
Het kabinet wil duidelijkere regels opstellen om arbeidsrelaties te beoordelen. Dit om het ‘grijze gebied’ tussen werknemers en zzp’ers te verkleinen. Het kabinet zegt hierover dat zzp'ers zo meer ruimte krijgen om te ondernemen, en dat werknemers in loondienst voldoende beschermd worden.
Het kabinet hoopt dit te bereiken door het criterium ‘gezag’ te verduidelijken en een rechtsvermoeden op te nemen.
Gezagscriterium
Wat maakt het criterium ‘gezag’ zo belangrijk volgens het kabinet? ‘Gezag,’ oftewel, ‘werken in dienst van’ is een belangrijk aspect bij de bescherming van werknemersrechten. Het gezagscriterium bepaalt daarnaast ook de hoogte van sociale en fiscale afdrachten. Nu is dit criterium open, en wordt hij bepaald door uitspraken van de rechter.
Rechtsvermoeden
Het kabinet wil een rechtsvermoeden van werknemerschap invoeren. Dit betekent: het vermoeden dat iemand voor de wet een werknemer (en geen zzp'er) is.
Het rechtsvermoeden wordt gebaseerd op een bepaald uurtarief. Komt je uurtarief onder dit bedrag (dat nog bepaald moet worden), dan kun je je als werkende op dit rechtsvermoeden beroepen. Vervolgens is het aan de werkgever om aan te tonen dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.
3. Verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid
Het kabinet wil op schijnzelfstandigheid gaan handhaven. Dit wordt nu niet gedaan, doordat er een handhavingsmoratorium is. Dit houdt in dat de Belastingdienst doorgaans niet handhaaft bij schijnzelfstandigheid. Met handhaven kun je denken aan correctieverplichtingen of naheffingsaanslagen loonheffingen (met eventueel een boete) aan de opdrachtgevers.
Het kabinet wil het handhavingsmoratorium* uiterlijk 1 januari 2025 volledig opheffen. De Belastingdienst zal meer mensen inzetten om te handhaven. Ze zullen betrokken partijen ondersteunen, met extra aandacht voor dossiers waarbij de arbeidsrelatie onzeker is.
Schijnzelfstandigheid
Bij de handhaving wordt specifiek gekeken naar schijnzelfstandigheid. Maar wat is schijnzelfstandigheid precies? Het kabinet omschrijft dit zo:
Bij schijnzelfstandigheid werkt iemand als zelfstandige, maar zou diegene eigenlijk als werknemer in loondienst moeten worden aangemerkt. Je voert namelijk dezelfde werkzaamheden uit als het vaste personeel bij een organisatie. Schijnzelfstandigheid is niet toegestaan, maar komt wel vaak voor in de zorg.
Wanneer worden deze maatregelen concreet gemaakt?
Het kabinet is van plan om begin 2024 een voorstel in te dienen bij de kamer, om de wetgeving op 1 januari 2025 te publiceren.
Blijf op de hoogte
Ontvang updates over zzp in de zorg, interessante carrièrekansen en meer.